Bij rioleringswerkzaamheden in Wyck, aan de zuidkant naast de Wilhelminabrug zijn imposante restanten van de voormalige Sint-Maartensbuitenpoort aangetroffen. Bij eerdere werkzaamheden de afgelopen weken in de straat met de naam Sint-Maartenspoort en iets verderop in de Wilhelminasingel werden diverse vestingmuren aangesneden. Omdat er bij de gemeente mede dankzij de Stichting Maastricht 1867 goede plattegronden bestaan waarop de vestingwerken op de huidige bovengrond zijn geprojecteerd, was bekend waar resten mochten worden verwacht. Het is dan altijd maar de vraag hoe nauwkeurig de plattegrond is en wat er in het verleden al is gesloopt en tot op welke diepte.
In de sloopbestekken die in de jaren na 1867 werden uitgevoerd, was meestal bepaald dat muurwerk niet volledig, maar tot op een bepaalde diepte onder het nieuwe loopvlak moest worden gesloopt. Dat heeft er in het verleden al voor gezorgd dat op veel plaatsen vrijwel complete vestingwerken tevoorschijn kwamen bij graafwerkzaamheden. Het meest spectaculair is dat geweest bij het bouwrijp maken van het Céramiqueterrein eveneens in Wyck. Inwoners van Maastricht hebben toen tijdens Open Dagen het Parmabastion en aangrenzende walmuren voor korte tijd kunnen bewonderen.
Sint-Maartenspoorten in Wyck
Aan de noord- en noordoostzijde van de vesting Wyck hebben in enkele eeuwen tijd minstens vijf stadspoorten de naam van Sint Maarten gedragen. In de nabije toekomst ga ik proberen deze ingewikkelde geschiedenis waarin ook namen als ´Koestal´ en ´Het Verloren Werk´ voorkomen wat uitgebreider te beschrijven. Het staat overigens allemaal in het onvolprezen boek Bolwerk der Nederlanden van Louis Morreau, maar de informatie is in dat boek verspreid over verschillende hoofdstukken weergegeven.

De bolwerkpoort
De Sint-Maartensbuitenpoort maakte onderdeel uit van de omwalling van Wyck. Die omwalling werd in de periode 1477-1485 aangelegd buiten de al bestaande stadsmuur van Wyck. In de eeuwen daarna werd de omwalling geleidelijk aan voorzien van muurwerk waardoor je kunt gaan spreken van een walmuur, een wal die aan de buitenkant van een muur is voorzien. De toevoeging van een wal en later walmuur in Wyck had in tegenstelling tot de situatie in Maastricht niet tot doel een uitbreiding van het bebouwde deel van de stad. De afstand tussen de oude muur en de nieuwe wal was betrekkelijk gering. Op de plek van de Duitsepoort was er zelfs nauwelijks een afstand waardoor die poort op dezelfde plek gehandhaafd bleef.
Aan de noord- en noordoostelijk kant van Wyck ontstond er wel ruimte tussen muur en wal waardoor er naast de oude doorgang in de muur ook een buitenpoort kwam. Die buitenpoort kwam te liggen in één van de zes ´bolwerken´ die in het verloop van de wal tot stand kwamen. Bolwerken waren in die tijd tamelijk fors uitgevoerde uitbouwen met een ronde plattegrond. De poort in het bolwerk op de noordoosthoek van de omwalling heette dan ook eerst Bolwerkpoort en kreeg later de naam Sint-Maartensbuitenpoort.

Gevonden resten
De nu aangetroffen resten bestaan volledig uit mergelblokken hetgeen er op wijst dat we waarschijnlijk te maken hebben met de fundering van het bolwerk. Opgaand muurwerk dat in oorlogstijd een aanval -al dan niet met nog primitieve vuurwapens- moest kunnen weerstaan, werd in harder materiaal uitgevoerd. In Maastricht zien we dat bij de eerste stadsmuur vooral kolenzandsteen is gebruikt en bij de tweede stadsmuur Naamse hardsteen.

De gevonden resten laten duidelijk een samenhangend gebogen, bijna halfrond, verloop zien. Het betreft de linker helft van het bolwerk. De poortdoorgang en de rechter helft van het bolwerk zullen waarschijnlijk onder het trottoir en onder de bebouwing liggen.
Het einde van de Bolwerkpoort
Omstreeks 1632 wordt op de plaats van het bolwerk met ronde/ovale vorm op de noordoosthoek van de omwalling het Sint-Maartensbastion aangelegd. Het bolwerk verdwijnt in dat bastion en de poortdoorgang en de daarbij behorende ruimtes die nu ondergronds worden, krijgen een functie als kruitmagazijn. De poortdoorgang wordt nu verplaatst naar de noordelijke omwalling/walmuur en die doorgang krijgt opnieuw de naam Sint-Maartenspoort.

Ontmanteling van de vesting
Bij de ontmanteling van de vesting in de jaren na 1867 wordt het Sint-Maartensbastion geëgaliseerd en gesloopt en op dat moment komen het oude bolwerk en de Bolwerkpoort weer in het zicht. Ze worden fotografisch vastgelegd door Théodor Weijnen en getekend door Jan Brabant voordat ze letterlijk met de grond gelijk zijn gemaakt. In onze tijd duiken we die grond in en vinden we wat er bewaard is gebleven, namelijk de funderingen.

Jos Notermans