Lunet Sint Pieter, een onbekend vestingwerk

Geplaatst op 12 juli 2021 in Buitenwerken en De buitenwerken van Maastricht

De linker face van de lunet Sint Pieter met dwars door de gracht de beer met monnik. Potloodtekening J. Brabant omstreeks 1870/1880, RHCL LGOG 1112

Wandelen langs de Maas

Wie in Maastricht langs de Maas loopt tussen Stayokay Hostel en de uitmonding van de Jeker, is er zich waarschijnlijk niet van bewust dat een deel van deze wandeling over de oude vestingmuur en -wal van de lunet Sint Pieter verloopt. Die onbekendheid is niet zo vreemd, want de wandelaar verplaatst zich over de muur die hier als kademuur dient en van boven af aan het zicht is onttrokken. Er is ter plekke ook niets dat probeert de aandacht van een argeloze voorbijganger op het vestingwerk te richten. Wie de zaak overigens beter wil bekijken, doet er goed aan de Maas over te steken en aan de overkant op een bankje gaan zitten.

Wandelend langs de Maas over de onzichtbare lunet Sint Pieter … Een artikel uit dagblad De Nieuwe Limburger van 22 december 1970. Collectie L.J. Morreau.

Verbeteringsproject

Lunet Sint Pieter vormde een onderdeel van een project om de vestingwerken tussen de Sint-Pieterspoort en de Maas te verbeteren. Het plan voor deze verbeteringen was al in 1757 opgemaakt onder directie van luitenant-kolonel P. de la Rive die van 1753 tot 1771 directeur der fortificatiën in Maastricht was. De militaire ingenieurs Schouster en Geyler hebben de nieuwe vestingwerken naar alle waarschijnlijkheid voor hem ontworpen. De uitvoering zou overigens nog tot de jaren 1769-1772 op zich laten wachten. De werkzaamheden omvatten allereerst het egaliseren van de halve maan voor rondeel Haat en Nijd en van het hier gelegen hoornwerk. De verbeteringen bestonden onder andere uit het aanleggen van een bemuurde linie voor de stadsmuur die zou gaan bestaan uit de lunet Sint Pieter, de bastions Nassau Weilburg en Carolina, twee couvrefacen en nog twee lunetten. De werkzaamheden werden op 23 november 1769 in drie percelen aanbesteed.

Het derde perceel omvatte de aanleg van de lunet Sint Pieter en het bastion Nassau Weilburg met voorliggende couvreface. Aannemer werd M. Soiron voor een bedrag van fl 62.448. De kosten voor de aanleg van de lunet bedroegen fl 23.148 en daar kwam nog fl 12.420 bij voor de bouw van een gemetselde beer voor de saillant van het vestingwerk.[1]

Een fragment uit een plattegrond van 1770 waarop het verbeteringsplan is uitgewerkt. Bij D zien we de lunet Sint Pieter met een korte linker face evenwijdig aan de Maas en een langere rechter face die in noordwestelijke richting verloopt. De letter H markeert de beer die vanaf de saillant van de lunet in zuidelijke richting verloopt en moest voorkomen dat het water uit de vestinggrachten ongecontroleerd zou kunnen afvloeien in de Maas. Een foto van deze plattegrond bevindt zich in de collectie Morreau, het origineel in het Nationaal Archief in Den Haag.

Bijzonderheden

De lunet Sint Pieter bestond uit twee bemuurde wallen die een scherpe hoek vormden. Evenwijdig aan de Maas lag een relatief korte wal en de tweede, langere wal verliep in de richting van het bolwerk Vijf Koppen. Deze beide wallen noemen we de facen of voorzijden van het vestingwerk. De uitspringende hoek die de wallen vormen heet de saillant. Vlak voor de saillant boog de linker face (langs de Maas) een klein beetje naar binnen en op de saillant sloot de waterkerende beer aan die eveneens evenwijdig aan de Maas verliep. De beer zorgde er voor dat het water dat hier in de natte grachten kon worden opgestuwd niet ongecontroleerd zou afvloeien naar de Maas. In de beer zat een opening die kon worden afgesloten. Bovenop de beer stond een monnik, een stenen obstakel, bedoeld om te voorkomen dat men over de beer het vestingwerk zou kunnen bereiken. Aan het uiteinde van de rechter face bevond zich nog een teruggetrokken flank, enigszins vergelijkbaar met de teruggetrokken flanken zoals we bij de lunetten in de Linie van Du Moulin aantreffen.

Het vestingwerk had geen kazematten of andere onderaardse ruimtes.

Jan Brabant heeft een aantal tekeningen gemaakt waarop de lunet en de beer zijn afgebeeld. Via zijn tekeningen weten we ook dat de lunet een eigen naamsteen heeft gehad.

Links op deze tekening van J. Brabant zien we de rechter face van de lunet Sint Pieter met de ervoor gelegen watervoerende gracht. Het uiteinde van de gracht wordt gemarkeerd door de beer waarop een monnik is geplaatst. In de beer is een afsluitbare uitlaatopening te zien. Achter de beer is een deel van Wyck met zijn vestingmuur afgebeeld. RHCL LGOG 1112.

Uit de geschiedenis van de lunet

De lunet Sint Pieter werd in de negentiende eeuw gezien als een onmisbaar onderdeel van de vesting. Als immers op 1 september 1831 generaal Dibbets een voorstel doet voor de verbetering van de vesting, wil hij op het front buiten de Sint-Pieterspoort alle verdedigingswerken slopen met uitzondering van de lunet, het bastion Nassau-Weilburg, het kroonwerk Hessen en het bastion Brunswijk. Het muurwerk van de lunet Sint Pieter wil hij verhogen. Het plan van Dibbets zou echter niet worden uitgevoerd.[2]

Ook de memorie Krayenhoff van 23 april 1851 voorziet in de sloop van een groot aantal vestingwerken, maar de lunet Sint Pieter moet samen met een aantal andere werken in de omgeving worden behouden om de Jekerinundatie voor de zuidzijde van de vesting te beveiligen.[3] Bij de aanleg van het kanaal van Luik naar Maastricht in de jaren 1846-1850 werd de lunet niet aangetast. Het kanaal verliep westelijk van de lunet en doorsneed wel het bastion Nassau-Weilburg, de voor dit bastion gelegen couvreface en het kroonwerk Hessen. Volgens Morreau zou de lunet in 1864 mogelijk gedeeltelijk zijn gesloopt.[4] Het is echter onduidelijk waarop die veronderstelling is gebaseerd.

Als de vesting in 1867 wordt opgeheven en daarna ontmanteld, lijkt het erop dat de lunet ongemoeid wordt gelaten. In de sloopbestekken worden geen aanknopingspunten gevonden voor afbraak in het kader van dit proces. Het is waarschijnlijk dat de lunet later bij de uitbreiding van het stadspark tussen kanaal en Maas in zuidelijke richting (na 1877) grotendeels werd ingegraven. Voor die uitbreiding werd immers veel grondwerk verzet en grond aangevoerd uit het Villapark waar in die tijd volop nieuw huizen werden gebouwd. Daarbij kwam veel grond vrij die de eigenaren maar al te graag cadeau deden aan de gemeente.[5]

Voor zo ver mij bekend komt de lunet daarna pas weer in het nieuws in 1968 als Louis Morreau in tijdschrift De Maaspost er melding van maakt dat resten van de lunet bij werkzaamheden zijn teruggevonden. Hij meldt dat een deel van de rechter face en de vrijwel volledig intacte beer zijn aangetroffen. De linker face en de oostzijde van de beer zullen naar verwachting van Morreau in het zicht blijven. Hij ziet wel een unieke kans in het park ook een deel van de rechter face in het zicht te behouden en de beer weer van zijn monnik te voorzien.[6] Een oproep aan de gemeente Maastricht om dit te realiseren leverde blijkbaar niets op.

Bij werkzaamheden in 1968 kwam de beer met zijn uitlaatopening weer in het zicht. Foto: L.J. Morreau.
Op deze foto uit 1968 lijkt het er op alsof het riool dat hier wordt aangelegd zal gaan afwateren op de Maas via de uitlaatopening in de beer. Foto: L.J. Morreau.

Huidige situatie en kansen

Op dit moment is het muurwerk van de linker face en de oostzijde van de beer zichtbaar vanaf de oostelijke Maasoever. Afhankelijk van de waterstand is ook de bovenkant van de afvoeropening in de beer zichtbaar. Het muurwerk lijkt te bestaan uit enkele lagen grijze hardsteen en hogerop nog enkele lagen baksteen. Het lijkt er aan de hand van foto´s op dat in de jaren 1968-1970 de aarden wal die destijds nog boven op de muur lag, is afgegraven, waarschijnlijk met de bedoeling de huidige wandelweg tot stand te brengen. Daardoor verdween een wezenlijk onderdeel van het vestingmonument

Er liggen bij de lunet Sint Pieter zeker ook nog kansen. Het allerminste dat zou moeten gebeuren is ervoor te zorgen dat passanten met belangstelling voor de historie ter plaatse informatie krijgen. Daarnaast is het nog steeds mogelijk de beer verder te ontgraven en beter in het zicht te brengen ook vanaf de wandelweg. De aarden wal kan worden hersteld en tot slot kunnen ook delen van de rechter face in het zicht worden gebracht.

Jos Notermans

30 mei 2021

Vanaf de Maas zijn de linker face (het hogere metselwerk) en de beer (het lagere metselwerk in de verte) nog duidelijk te herkennen. Dat was zo in 1968 toen deze foto werd gemaakt en is tegenwoordig eigenlijk nog steeds zo. Foto: L.J. Morreau.
De naamsteen van de lunet Sint Pieter zoals door J. Brabant getekend omstreeks 1870. RHCL LGOG 10147.

[1] L.J. Morreau, Bolwerk der Nederlanden, Assen 1979, 181.

[2] Ibid, 235.

[3] Ibid, 238.

[4] Ibid, 188.

[5] Jac van den Boogard, Van goene plaetsche tot groene long, in: Stadspark Maastricht, Maastricht 2012, 29.

[6] L.J. Morreau, Bouwresten van de voormalige lunet Sint-Pieter te Maastricht teruggevonden, De Maasgouw, 1968, 119-121.

Meld u nu aan voor onze nieuwsbrief

Aanmelden