Openbare veiling
Met het besluit tot de opheffing van de vesting Maastricht in mei 1867 werd ook het fort Sint Pieter als verdedigingswerk overbodig. Anders dan beneden in de stad, stond het gebouw op de Sint-Pietersberg eigenlijk niemand in de weg. Het duurde dan ook tot 1870 voordat er iets op gang kwam. In dat jaar werd het fort door middel van een openbare veiling verkocht aan de meestbiedende. De koper moest wel de kanonkazematten boven op afbreken en met het vrijkomende puin de droge gracht vullen. Voor elfduizend gulden werd Laurentius Straetmans, die ook al eigenaar was van Hoeve Lichtenberg en Huize Hoogenweerth in Heugem, de nieuwe bezitter. Hij begon nog in hetzelfde jaar met het voorgeschreven sloopwerk, maar in 1871 vroeg hij toestemming het resterende deel van de kanonkazematten te mogen handhaven omdat hij van daaraf zo’n mooi uitzicht op de stad had. Wellicht wilde hij als eerste het fort een toeristische bestemming geven, maar door zijn overlijden in 1873 heeft hij zijn plannen waarschijnlijk niet kunnen verwezenlijken.
Boerenbedrijf en ontspanningsoord
Al vrij snel daarna namen diverse gezinnen hun intrek in delen van het fort en hadden daar kleine agrarische bedrijfjes. Ook de familie Meijers, met onder andere bekend van de ‘leimboer’ woonde er. De leemboer verkocht leem uit de omgeving als grondstof aan de aardewerkfabrieken, maar ook vermengd met kolengruis als leemballen, een brandstof voor de armen.
De gemeente Maastricht kocht het fort in 1919 van de familie Straetmans en in de jaren 1930 kregen plannen om er een ontspanningsoord te vestigen geleidelijk aan vastere vormen. In het kader van de werkverschaffing werden in die tijd bergen grond verzet om de droge gracht weer toegankelijk te maken, muren werden gerestaureerd en een nieuw terras opgemetseld. De twee caponnières, gebouwtjes aan de stadszijde van het hoofdgebouw werden ingericht als woning voor de exploitant en als bedrijfsruimten. De uitspanning werd op 31 mei 1938 met een groot feest in gebruik genomen. De foto’s van dat feest laten duidelijk zien dat het ontspanningsoord vooral een openluchtvoorziening was met een aantal terrassen.
Overkapping
De eerste exploitant, F. Rutten, liep al snel tegen het probleem van ons wisselvallige weer aan. Meerdere malen kwam het voor dat grote gezelschappen tijdens een feest in de open lucht door regen- en onweersbuien werden overvallen en halsoverkop hun heil in de stad moesten gaan zoeken. Dat was uiteraard geen goede reclame voor het ontspanningsoord. Nog voor het zomerseizoen van 1939 werd daarom de ruimte aan de stadszijde van het vestingwerk voorzien van een in beton uitgevoerde overkapping. In die eenvoudige zaal werd menig feest gevierd. De familie Borgers, die Rutten opvolgde, had in de jaren 1960 enige tijd succes met de ‘Beatklup Fort St Pieter’ waar grote namen uit die tijd optraden. Ook de bekende Broons-sessies vonden er plaats.
Uitbreiding en afbraak
Omstreeks 1985 liet Rob Roumans, die inmiddels exploitant was geworden, weten dat er grote behoefte was aan kwaliteitsverbetering en uitbreiding van de ruimtes. Een geheel vernieuwde en gedeeltelijk uitgebouwde zaal was het resultaat. Burgemeester Philip Houben opende het nieuwe complex in 1986. Zowel de oude zaal uit 1939 als de nieuwe uit 1986 zijn net als het terras uit de jaren 1930 gesloopt en vervangen door de aarden vestingwerken die hier vroeger hebben gelegen. De twee caponnières aan de keelzijde van het fort zijn nu in gebruik als kantoorruimte voor Natuurmonumenten en als ontvangstruimte voor Maastricht Undergroud.[1]
[1] Wie meer wil weten over het fort Sint Pieter, kan informatie vinden in Fort Sint Pieter, deel 65 van de reeks Maastrichts Silhouet, verkrijgbaar via de boekhandel en via www.historischereeksmaastricht.nl.