Algemeen
Als in mei 1867 het besluit valt de vesting Maastricht op te heffen, volgen niet lang daarna ook de eerste sloopwerkzaamheden. Deze werkzaamheden worden tussen 30 november 1867 en 5 juni 1878 aanbesteed in 30 sloopbestekken. De gedrukte bestekken hebben allemaal een tekstdeel waarin wordt beschreven waaruit de werkzaamheden bestaan, hoe ze moeten worden uitgevoerd en welke bijzondere voorwaarden er zijn. Aan elk bestek zijn één of meerdere tekeningen toegevoegd, meestal een plattegrond en een aantal doorsneden.
In de kop van de eerste bladzijde van de gedrukte bestekken wordt de opdrachtgever vermeld: het Ministerie van Financiën. Eveneens op de eerste pagina staat links in de marge ´Ontmanteling van Maastricht´, vervolgens het besteknummer, daaronder ´Fonds van koopprijzen van domeinen´ en daar weer onder het dienstjaar. Bestek nummer 29 wijkt af omdat hier niet het Ministerie van Financiën als opdrachtgever wordt vermeld, maar Genie 7de Commandement Maastricht. Wel staan er de vermeldingen Fonds der Koopprijzen van Domeinen en Ontmanteling van Maastricht op en is het bestek ook meegenomen in de nummering van de ontmantelingsbestekken. Dit bestek wijkt ook af van de andere doordat er op de voorpagina wordt aangegeven dat de begroting fl 2.170,– was, terwijl in alle andere bestekken een indicatie van de beoogde aanneemprijs ontbreekt.
Aan het einde van dit artikel is een overzicht van de dertig bestekken toegevoegd, daarin wordt het nummer van het bestek vermeld, de datum van aanbesteding en de titel van het bestek waarin kort wordt omschreven wat het werk inhield. Waar bekend, is ook aangegeven welke aannemer het werk heeft aangenomen en voor welk bedrag. Tevens is in een voetnoot aangegeven waar het betreffende bestek kan worden aangetroffen.
De aanbestedingen
Van de dertig bestekken worden er achttien aanbesteed in de jaren 1867 – 1869, soms met een aantal tegelijk zoals op 4 april 1868 (drie), 4 november 1868 (drie), 29 december 1868 (twee) en 16 oktober 1869 (twee). Na 1869 is er een pauze tot 1873 en vanaf dat jaar worden er jaarlijks, met uitzondering van het jaar 1877, één of meerdere bestekken aanbesteed. De aanbestedingen vinden in de jaren 1867 – 1869 plaats ´ten koffijhuize van Zeguers in het Comediegebouw en vanaf 1873 ´ten kantore van den Ontvanger der Registratie en Domeinen´. In bestek nummer 19 wordt hier nog aan toegevoegd ´op de Brusselschestraat´.
Opvallende of bijzondere bepalingen in de bestekken
In bestek 1, de sloop van de Tongersepoort, wordt in artikel 7 §15 aandacht gevraagd voor de telegraaflijn op de hoofdwal. De aannemer krijgt de uitdrukkelijke instructie daar vooral niet eigenhandig iets mee te doen. Zodra die telegraaflijn bij de werkzaamheden hinderlijk wordt, moet hij daarvan melding maken bij de directie zodat de mensen van de Rijkstelegraaf ermee aan de slag kunnen. Schade aan de telegraaflijn of verstoring van die dienst zou op de aanneemsom kunnen worden gekort. Ook in de bestekken 4 en 5 treffen we een dergelijke bepaling aan.
Een andere bijzondere bepaling die we in veel bestekken aantreffen, gaat over het ´openhouden der gemeenschap´. De aannemer krijgt daarmee aanwijzingen om de doorgang voor het verkeer, meestal worden voetgangers en rijtuigen genoemd, slechts voor een beperkte tijd te belemmeren. In bestek 2 aangaande de sloop van de Onze Lieve Vrouwepoort mag de passage niet langer dan drie opeenvolgende etmalen worden afgesloten en niet langer dan twee dagen tijdens het aanbrengen van de nieuwe bestrating. Op overschrijding van deze termijn staat vervolgens een boete van fl 50,– per etmaal of dag. Deze termijn was natuurlijk afhankelijk van de omvang van de werkzaamheden, want in bestek 12 (nieuwe uitgang Sint-Pieterspoort) mag de doorgang maximaal 14 dagen worden gestremd.
Ook voor werkzaamheden aan of in de nabijheid van waterwegen werden eisen gesteld ten behoeve van het verkeer. Mogelijk werd bestek nummer 20 in verband hiermee zelfs aangepast en vervangen door bestek 23. In beide bestekken worden namelijk aanwijzingen gegeven om twee gewelven -overwelfde doorvaarten- die over de Zuid-Willemsvaart waren gebouwd te slopen. In bestek 20 is bepaald dat de aannemer het kanaal voor maximaal twee weken mag afsluiten. Dat zou betekenen dat er gedurende twee weken geen scheepvaartverkeer meer mogelijk zou zijn tussen de Zuid-Willemsvaart en het Bassin. Die voorwaarde wordt in bestek 23 zodanig gewijzigd dat de passage van schepen door het kanaal niet mag worden gehinderd. Gedurende maximaal twee weken mag het kanaal wel ´s nachts worden afgesloten en wel van één uur na zonsondergang tot één uur voor zonsopgang. Hier heeft mogelijk de lobby van bedrijven die van de haven in het Bassin gebruik maakten invloed uitgeoefend op deze voorwaarde in het sloopbestek. Hoe een en ander uiteindelijk in de praktijk is uitgevoerd, is onduidelijk. Wel zeker is dat er een foto bestaat waarop de doorgang tussen kanaal en Bassin wel degelijk en ook bij daglicht versperd is.
Archeologische vondsten tijdens de werkzaamheden
Vanaf bestek 2, de sloop van de Onze Lieve Vrouwepoort, verschijnt er een artikel in de bestekken over voorwerpen die voor de geschiedenis of oudheidkunde van belang zouden kunnen zijn. Expliciet genoemd worden munten, wapens, beeldhouwwerk of stenen met opschriften. Als die tijdens de werkzaamheden worden aangetroffen, moeten ze onmiddellijk aan de directie worden gegeven zonder dat er een vergoeding voor kan worden verlangd. Vanaf bestek 6 wordt deze bepaling in die zin aangepast dat de directie de waarde van gevonden munten binnen acht dagen aan de vinder zal vergoeden. In bestek 21 wordt de omschrijving van de voorwerpen die hier onder vallen, aangepast: ´steenen met opschriften of beeldhouwwerken, alle andere voorwerpen welke geschied- of kunstwaarde hebben, zooals wapenen, potten, gesneden houtwerk, glaswerk enz. en alle munten …´. Deze bepaling komt niet voor in de bestekken 26 tot en met 29 en verschijnt vervolgens weer in bestek 30. In dat laatste bestek wordt toegevoegd dat de aannemer voor zich, zijn borgen en zijn arbeiders nadrukkelijk afstand doet van het eigendomsrecht van het gevondene.
Mijngalerijen
In diverse bestekken wordt de opdracht gegeven de onder de vestingwerken aanwezige mijngalerijen met buskruit te vernietigen. Zo kunnen we in bestek 4 (nieuwe uitgang Brusselsepoort) lezen dat de mijngalerijen onder de saillant van het werk Louise en onder de bedekte weg door ´ontploffing van buskruid´ onbruikbaar moeten worden gemaakt. Ook het riool of de waterleiding onder de droge gracht en het bastion Brussel moet op dezelfde manier worden opgeruimd. Met dit riool/waterleiding wordt ongetwijfeld het ondergrondse inundatiekanaal bedoeld dat Jekerwater moest transporteren naar de grachten aan de noordzijde van de vesting.
In bestek nummer 5 wordt bepaald dat de toegangen vanuit de droge gracht tot de mijnenstelsels Oranje, Maria, Engeland en Brandenburg over een diepte van minimaal twee ellen (= 2 meter) met grond moeten worden gevuld. De deuren van deze toegangen, voor zo ver nog aanwezig, worden eigendom van de aannemer.
De mijngalerijen onder het werk Bentinck moeten volgens §5 in bestek 11 met 100 pond buskruit worden vernietigd. Het is merkwaardig dat in dit bestek dat handelt over het slechten van de werken Brandenburg, couvre-face Brandenburg, Bentinck en Overijssel, alleen de mijngalerijen van Bentinck worden genoemd als te vernietigen. In het hierop volgende bestek wordt wel de opdracht gegeven alle mijngalerijen van de te slechten werken Engeland, Friesland, Willem en Wilcke te vernietigen. Hiervoor moet de aannemer 300 pond buskruit verwerken.
We weten tegenwoordig dat de mijngalerijen, in Maastricht ´de kazematten´ genoemd, behouden bleven. Hier bestaat dus een discrepantie tussen de aanwijzingen die de aannemer in het bestek kreeg en de uitvoering in de praktijk.
Fotografie
In de bestekken 5, 8, 10 en 13 is een bepaling opgenomen over het maken van foto´s.[1] De aannemer dient de kosten voor dit fotowerk te betalen. De opdracht voor het maken van de foto´s wordt gegeven aan Theodor Weijnen die destijds al enige tijd als fotograaf in Maastricht was gevestigd. Hij maakte tussen december 1867 en november 1874 een hele serie foto´s van de vesting Maastricht. Er is met zekerheid geen één op één verband tussen de opdracht die hij schriftelijk kreeg vanuit de vier genoemde bestekken en de foto´s die aan ons tot nog toe zijn overgeleverd. Zo zijn er van alle stadspoorten een of meerdere foto´s bekend, meer dus dan vanuit de bestekken schriftelijk werd bepaald. Aan de andere kant wordt in bestek 13 dat gaat over de sloop van de Sint-Pieterspoort gesproken over drie foto´s terwijl er van die poort slechts twee zijn overgeleverd.
Fotograaf Héliodore Dandoy, die zich in 1868 in Maastricht vestigde maakte in 1874 nog een tweetal foto´s van de Lindenkruispoort tijdens de afbraak.
Het peil van slechting en vulling
In veel bestekken wordt het peil van slechting en vulling uitdrukkelijk benoemd. Het wordt bijvoorbeeld in bestek 16 aangegeven door piketpaaltjes, in andere bestekken worden hoogtes aangegeven ten opzichte van een peilpunt. In zijn algemeenheid kwam het er bij het slopen van de vestingwerken op neer dat de aarden wallen bovenop de werken werden afgegraven en dat meestal de bovenbouw van het metselwerk werd afgebroken. Met de vrijkomende grond en het puin werd de gracht gevuld zodat er een vlak ontstond dat geschikt was om wegen aan te leggen of om op te bouwen. Overtollige grond of puin werd wel afgevoerd naar elders, maar dat was eerder uitzondering dan regel.
In de praktijk bleven dus de onderbouw en het fundament van de vestingwerken behouden. Dit hebben we in de afgelopen decennia regelmatig in de praktijk kunnen ondervinden.[2] Bij werkzaamheden in het voormalige vestinggebied worden steevast resten van vestingmuren aangetroffen waarbij vaak een groot deel van de plattegrond van een vestingwerk kan worden vrij gelegd. Op het Céramiqueterrein koesterden de archeologen vooraf weinig verwachtingen omdat het gebied meer dan honderd jaar intensief door de aardewerkindustrie was gebruikt. Maar zelfs hier kwam een vrijwel gaaf Parmabastion in het zicht samen met nog een groot aantal andere overblijfselen van de vesting Wyck. We mogen dus wel als vaststaand feit aannemen dat vrijwel de complete vesting Maastricht onder het maaiveld behouden bleef.
Drank op het werk
In bestek 25 is op de laatste pagina met de hand een bepaling bijgeschreven die als volgt luidt> ‘De aannemer zal zorg dragen dat op de werken geene drankwinkels, cafés of herbergen worden opgericht of wel op eenige andere wijze sterke drank of bier op het werk wordt verkocht. Eene korting van f 25,– op de aannemingssom is verschuldigd voor elken maal dat deze bepaling wordt overtreden.´ We mogen dus aannemen dat dit op enig moment een probleem is geweest bij de uitvoering van de werkzaamheden. We vinden deze bepaling noch handgeschreven, noch gedrukt terug in de latere bestekken.
Overzicht van de bestekken
Bestek 1, 30 november 1867:
Bestek en voorwaarden wegens het maken van eenen nieuwen uitgang door de vestingwerken voor de Tongerschepoort te Maastricht.[3]
- Bestek 2, 4 april 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het sloopen van de Onze Lieve Vrouwepoort met een deel van den hoofdwal en de tambour, voor genoemde poort gelegen.[4]
- Bestek 3, 4 april 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het maken van eenen nieuwen uitgang door de vestingwerken voor de St-Martenspoort te Wijk (Maastricht).[5]
- Bestek 4, 4 april 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het maken van eenen nieuwen uitgang door de vestingwerken vóór de Brusselschepoort te (Maastricht).[6]
- Bestek 5, 20 juni 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het vullen van de drooge gracht tusschen de Tongerschepoort en de kat Hoog-Frankrijk in verband met de slechting van den hoofdwal langs dit gedeelte der vesting.[7]
- Bestek 6, 15 september 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van de ravelijnen A, B en C, gelegen in de vestingwerken buiten de Boschpoort te Maastricht.[8]
- Bestek 7, 15 september 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van de werken le Roi en de Roij in de vestingwerken te Maastricht.[9]
- Bestek 8, 4 november 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van een deel van den hoofdwal aan het Lage Maaspunt en van een deel van den hoofdwal en de voorliggende werken ter weerszijden van den nieuwen weg naar de stations te Wijk (Maastricht).[10]
Aangenomen door Boshouwer voor fl 7.000,–.[11]
- Bestek 9, 4 november 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het maken van eenen nieuwen uitgang door de vestingwerken vóór de Oude Wijkerpoort te Wijk (Maastricht).[12]
Aangenomen door Wittelings voor fl 10.489,–.[13]
- Bestek 10, 4 november 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van bastion D, de redoute en het ravelijn vóór de Boschpoort in verband met de vulling van de gracht om bastion D, en de grachten om redoute en ravelijn.[14]
Aangenomen door Van Wylick voor fl 9.848,–.[15]
- Bestek 11, 29 december 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van de werken Brandenburg, couvre-face Brandenburg, Bentinck en Overijssel in de vestingwerken te Maastricht.[16]
- Bestek 12, 29 december 1868:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van de werken Engeland, Friesland, Willem en Wilcke in de vestingwerken te Maastricht.[17]
- Bestek 13, 22 mei 1869:
Bestek en voorwaarden wegens het maken van eenen nieuwen uitgang door de vestingwerken vóór de St-Pieterspoort te Maastricht.[18]
- Bestek 14, 25 juni 1869:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van een gemetselden tambour bij sluis 5 in het kanaal van Luik naar Maastricht.[19]
- Bestek 15, 28 augustus 1869:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van de bastions St-Maarten, Galgenbastion en Parma met de overgebleven gedeelten van den hoofdwal van Wijk en van de lunetten Enghien en Turenne.[20]
- Bestek 16, 16 oktober 1869:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van het werk Hessen met voorliggend glacis, gelegen tusschen het kanaal van Maastricht naar Luik, de Maas en de laatste huizen van St. Pieter.[21]
- Bestek 17, 16 oktober 1869:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten der Boschpoort met daaraan grenzende gedeelten hoofdwal in verband met het vullen van een gedeelte der daarvoor liggende gracht.[22]
- Bestek 18, 21 september 1869:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van het noordelijk deel van het fort Koning Willem I.[23]
- Bestek 19, 17 december 1873:–
Bestek en voorwaarden wegens het afgraven der keerkade nabij de spoorwegbrug over de rivier de Maas en het vergraven van het overgebleven deel van bastion D in de opgeheven vesting Maastricht.[24]
Aangenomen door Hendrik Ummels te Maastricht voor fl 967,–.
- Bestek 20, 8 juli 1874:
Bestek en voorwaarden wegens het afbreken van gewelven over de Zuid-Willemsvaart buiten de voormalige Boschpoort te Maastricht.[25]
- Bestek 21, 3 september 1874:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van een deel van den hoofdwal gelegen tusschen de westelijke grenslijn van het erf van den heer P. Regout en de Capucijnenstraat, het afgraven van de daarvóór liggende tenaille en het maken van riolen.[26]
Aangenomen door Weusten te Maastricht voor fl 26.650,–.
- Bestek 22, 4 mei 1875:
Bestek en voorwaarden wegens het maken en bepuinen van een aardenbaan voor den singelweg, tusschen het verlengde der westelijke rooilijn van de Capucijnenstraat en den nieuwen uitgang buiten de voormalige Brusselschepoort.[27]
Aangenomen door H. Ummels en J.P. Prevoo te Maastricht voor fl 17.777,–.
- Bestek 23, 1 juni 1875:
Bestek en voorwaarden wegens het afbreken van gewelven over de Zuid-Willemsvaart en het afgraven der Courtine regts van bastion Dibbets buiten de voormalige Boschpoort te Maastricht.[28]
Aangenomen door Johannes van Oyen en zoon uit Dreumel bij Tiel voor fl 4.988,–.
- Bestek 24, 7 juni 1876:
Bestek en voorwaarden wegens het maken van een nieuwe uitgang buiten de Boschpoort in de richting van den weg naar Smeermaas, het leveren van de daartoe benodigde keien en het metselen van een riool onder een deel van de voor singelweg bestemde strook grond.[29]
Aangenomen door J.P. Prevoo uit Sint Pieter en Jos Yerna uit Maastricht voor fl 24.760,–
- Bestek 25, 7 juni 1876:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van de courtine B-C, het overgebleven deel van bastion C en het werk Tettau buiten de voormalige Boschpoort.[30]
Aangenomen door Charles Prion uit Luik voor fl 24.600,–.
- Bestek 26, 29 augustus 1876 :
Bestek en voorwaarden wegens het bouwen eener spoorwegwachters-woning en het maken van afsluitingen aan den overweg in den nieuwe uitgang naar Smeermaas buiten de voormalige Boschpoort te Maastricht, met bijlevering van alle daartoe benoodigde materialen.[31]
Aangenomen door J.P. Prevoo voor fl 2.122,–.
- Bestek 27, 21 december 1876:
Bestek en voorwaarden wegens het slechten van den hoofdwal tusschen het verlengde der Capucijnenstraat en de voormalige Brusselschepoort met het maken en bepuinen van een hoofdweg en drie verbindingswegen.[32]
Aangenomen door Jos Yerna te Maastricht en J.P. Prevoo te Sint Pieter voor fl 23.823,–.
- Bestek 28, 15 februari 1878:
Bestek en voorwaarden wegens het afbreken der bestaande houten brug over de rivier de Jeker buiten de O.L.Vrouwepoort te Maastricht en het in de plaats metselen eener brug op de bestaande steenen landhoofden met bijlevering van de daartoe benodigde materialen.[33]
Aangenomen door Henri Ummels te Maastricht voor fl 1.085,–.
- Bestek 29, 25 april 1878:
Bestek en voorwaarden naar welke, ingevolge machtiging van den Minister van Oorlog van 25 april 1878, no 80G, onder nadere goedkeuring van den Minister van Oorlog en van den Minister van Financiën door den Eerstaanwezend-Ingenieur te Nijmegen, bij enkele inschrijving, zal worden aanbesteed: “het maken van eene afsluiting bij het wapenmagazijn te Maastricht, onder het beheer der Genie te Nijmegen”.
Aangenomen door Joseph Limpens, aannemer te Sittard voor de som van fl 1.666,–. [34]
- Bestek 30, 5 juni 1878:
Bestek en voorwaarden wegens het maken en bepuinen van eene aardebaan tusschen den Singelweg nabij de St. Andriesplaats en de mestbergplaats der gemeente.[35]
Jos Notermans
[1] Over de fotografie tijdens de sloopwerkzaamheden zie: Ingrid M.H. Evers, De ontmanteling van Maastricht, 1867-1874 in: Geslechte vestingwerken van Maastricht, Maastricht 2005, 9-19 en
Ingrid M.H. Evers, Ontmanteling en slechting van de vesting Maastricht (1867-1870); Achtergronden bij 24 albuminefoto´s van Théodor Weijnen, in Om de Vesting, jaargang 19, 2004, nummer 2, 19-34.
[2] Jos Notermans, Overblijfselen Hoge Fronten, In: Om de Vesting 1987 nummer 1, 10; Paul Tieman, Delen van de Nieuwe Bossche Fronten op de plaats van het voormalig abattoir aan de Fransensingel, In: Om de Vesting 1990 nummer 4, 46-48; Jos Notermans, Vestingbouwkundige impressies van het Ceramiqueterrein, In: Om de Vesting 1991 nummer 1, 1-3; Paul Tieman, Het Ceramiqueterrein, een stand van zaken, In: Om de Vesting 1991 nummer 2, 18-20; Jos Notermans, Paul Tieman, Het Ceramiqueterrein, nieuwe ontwikkelingen, In: Om de Vesting 1993 nummer 1, 11-12; Jos Notermans, Paul Tieman, Fougasgalerijen in de vesting Maastricht, In: Om de Vesting 1993 nummer 4, 41-44; Paul Tieman, Nieuwe ontwikkelingen op het Céramiqueterrein: De Recentoren, In: Om de Vesting 1994 nummer 1, 4.
[3] Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL) RAL PA 10445.
[4] RHCL RAL PA 10445.
[5] Nationaal Archief (NA), Ministerie van Binnenlandse Zaken, Archief der Commissie der Koninklijke Academie van Wetenschap voor de overblijfselen der oude vaderlandscha kunst (Cie oude kunst), inv nr 2.
[6] NA, Cie oude kunst, inv nr 2.
[7] NA, Cie oude kunst, inv nr 2.
[8] NA, Cie oude kunst, inv nr 2.
[9] NA, Cie oude kunst, inv nr 2.
[10] RHCL GAM, modern archief, secretarie vestingwerken 1856-1869, correspondentie 3A.
[11] Courier de la Meuse 4 november 1868, no 258, pag 1 kolom 3.
[12] RHCL GAM, modern archief, secretarie vestingwerken 1856-1869, correspondentie 3A.
[13] Courier de la Meuse 4 november 1868, no 258, pag 1 kolom 3.
[14] RHCL GAM, modern archief, secretarie vestingwerken 1856-1869, correspondentie 3A.
[15] Courier de la Meuse 4 november 1868, no 258, pag 1 kolom 3.
[16] RHCL GAM, modern archief, secretarie vestingwerken 1856-1869, correspondentie 3A.
[17] RHCL GAM, modern archief, secretarie vestingwerken 1856-1869, correspondentie 3A.
[18] NA, Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling onderwijs 1844-1876, inv nr 636.
[19] RHCL RAL PA 10445.
[20] RHCL RAL PA 10445.
[21] RHCL RAL PA 10445.
[22] NA, Archief van de ingenieur voor de ontmanteling van de vesting Maastricht, dossier no FF, uitgang aan de Boschpoort.
[23] NA, Archief van de ingenieur voor de ontmanteling van de vesting Maastricht, dossier no GG, Forten.
[24] NA, Archief van de ingenieur voor de ontmanteling van de vesting Maastricht, dossier no TT, tevens RHCL RAL PA 10445.
[25] RHCL RAL PA 10445.
[26] RHCL RAL PA 10445.
[27] RHCL RAL PA 10445.
[28] RHCL RAL PA 10445.
[29] RHCL RAL PA 10445.
[30] NA, Archief van de ingenieur voor de ontmanteling van de vesting Maastricht, dossier no F.
[31] RHCL RAL PA 10445.
[32] RHCL RAL PA 10445 tevens RHCL GAM Modern Archief, secretarie vestingwerken 1856-1869, correspondentie 4.
[33] RHCL RAL PA 10445.
[34] NA, Archief van de ingenieur voor de ontmanteling van de vesting Maastricht, dossier no S.
[35] RHCL RAL PA 10445.