Bastion Randwyck

Geplaatst op 14 juli 2025 in Buitenwerken en De buitenwerken van Wyck

Plattegrond van bastion Randwyck en de redoute Des Récollets van de hand van Alexander Simays (1866-1944).

Het eiland Sint Pieter of De Weerd

Bastion Randwyck werd in 1742 gebouwd op het eiland Sint Pieter of De Weerd ten zuiden van Wyck. Hier lag al sinds 1677 een vierkante gemetselde redoute. Deze werd in Franse bronnen de ´redoute des Récollets’ genoemd. In de eerste decennia van de achttiende eeuw werd het evenwel duidelijk dat het eiland beter moest worden versterkt en dat leidde in 1742 tot de aanleg van bastion Randwyck.

Het volledig bemuurde bastion Randwyck had een vijfhoekige vorm met gedeeltelijk teruggetrokken flanken. Onder die flanken bevonden zich twee bomvrije kazematten die via de keel en een korte gemetselde galerij konden worden bereikt. Beide kazematten hadden een kruitkamer en waren in de keel voorzien van een raamopening. De oostelijke kazemat was voorzien van een stookplaats met schoorsteen. In zijn oorspronkelijke opzet was het bastion Randwyck door middel van twee aarden wallen verbonden met de meer noordelijk gelegen redoute. Het werk was omgeven door een natte gracht waarvan het buitenboord ook in metselwerk was uitgevoerd. In de rechter face werd een naamsteen met het opschrift ‘Randwyck 1742’ geplaatst. Achter de saillant bevond zich een geschutopstelling met oprit.

Gezicht op het bastion Randwyck vanuit het zuiden omstreeks 1950-1955. Foto collectie Morreau.

Doel van het bastion en de oudere redoute

Tijdens de belegering van 1676 was duidelijk geworden dat de inundatie van het zuidfront van Maastricht vanop de oostelijke Maasoever en met name vanaf het eiland Sint Pieter kon worden bedreigd. Om dat te voorkomen legden de Fransen in 1677 de ´redoute des Récollets’ aan. Het bastion Randwyck betekende een verbetering van de gefortificeerde positie op het eiland.

Resten van de Franse redoute in 1967 gefotografeerd door L.J.Morreau.

De fortificaties op het eiland speelden daarnaast een rol in de verdediging van de Maas. Men moest immers voorkomen dat vijandelijk scheepsverkeer de Maas ter plaatse van de vesting kon passeren. Zowel aan de noord- als aan de zuidkant waren daarom op beide oevers verdedigingswerken ingericht op het bestrijken van de Maas. Bastion Randwyck was één van die werken.

Plattegrond van het zuidfront van de vesting Maastricht-Wyck omstreeks 1840. Midden onder bastion Randwyck met de Franse redoute erboven. Duidelijk is te zien dat de werken op het eiland, samen met het erboven gelegen bastion De Rooy dekking geven aan het front op de Maastrichtse oever. Detail uit HCL RAL K 188.

Naamgever van het bastion

Het bastion werd naar alle waarschijnlijkheid genoemd naar Frans Steven Carel baron Van Randwijck (1697 – 1785) die in 1735 te Maastricht Godart Pain et Vin opvolgde als plaatsmajoor. Waarom Van Randwijck de eer te beurt viel om naamgever van dit Maastrichts vestingwerk te worden, is vooralsnog onduidelijk.

Portret van Frans Steven Carel van Randwijck (1697-1785). Olieverfschilderij door August Christiaan von Hauck, 1770 Geldersch Landschap en Kasteelen, publiek domein.



Verbeteringen en verval

In 1815 werden verbeteringswerkzaamheden aan de vestingwerken op het eiland doorgevoerd. Het bastion werd opgehoogd, de grachten werden uitgediept en er kwam een bedekte weg met glacis die het mogelijk maakte de positie op het eiland zelfstandig te verdedigen. Dit laatste heeft er mogelijk voor gezorgd dat er in het verleden ook wel eens over ‘fort Randwyck’ werd gesproken.

Fragment van de zwaar vervallen rechter keelhoek met de resten van de vensteropening van de rechter kazemat omstreeks 1960. Foto collectie Morreau.

Het metselwerk van de Franse redoute en bastion Randwyck werden na de opheffing van de vesting in 1867 ongemoeid gelaten en kregen voor zo ver bekend ook geen bestemming. De aarden wallen werden genivelleerd en de grachten geheel of gedeeltelijk gevuld. Al in de tijd toen de vesting nog in stand werd gehouden was duidelijk dat het eiland en zijn vestingwerken bij hoge waterstanden volledig onder water konden komen te staan. Ook de bomvrije ruimtes in het werk bleven hier niet voor gespaard.

Doordat er geen onderhoud meer werd uitgevoerd aan de muren, raakten deze in de loop van de tijd meer en meer in verval. De loodzware naamsteen was in 1959 al uit het muurwerk losgeraakt en naar beneden gevallen. Uiteindelijk zouden beide vestingwerken op het voormalige eiland verdwijnen in het kader van de kanalisatie van de Maas. De naamsteen ´Randwyck 1742´ kreeg na enige omzwervingen in 1983-1986 een definitieve plek in de ontvangsthal van het gouvernement en keerde daarmee bij benadering terug op zijn oude stek. De wijk Randwyck houdt de naam van het verdwenen vestingwerk levend. Dat geldt nu ook nog voor het spoorwegstation Randwyck, maar die naam is blijkbaar niet meer van deze tijd en zou volgens sommigen moeten verdwijnen …

Jos Notermans

juli 2025

De naamsteen ingemetseld in de rechter face kwam op enig moment spontaan los uit het metselwerk. Tegenwoordig heeft hij een plek gekregen in de hal van het Gouvernement. Foto collectie Morreau.

Literatuur:

L.J. Morreau, Het Bastion Randwijck, Maastrichts laatste “eiland-fortificatie” gaat verdwijnen. In: De Maasgouw, 1959, 167-172.

L. J. Morreau, Bouwfragmenten van een 17de-eeuwse redoute te Wijk-Maastricht. In: De Maasgouw, 1967, 153-156.

R.P.W.J.M. van der Heijden, Randwyck: van vestingwerk tot gouvernement. In: Om de Vesting, 1986, 32-36.

Meld u nu aan voor onze nieuwsbrief

Aanmelden